|
|||
Thies
|
‘Alleen als je eenmaal bezig bent, kan drank stimuleren’ Hoe haalt de schrijver het boek uit zijn hersens? De Pers vraagt spraakmakende auteurs naar hun succesformule en kraakt de code. De keer: de met de C. Buddingh-prijs gelauwerde dichter Willem Thies (1973). Deze week verschijnt zijn nieuwste bundel bij Podium: Na de vlakte. Een dichter is een nachtbraker, zo luidt het vooroordeel. ‘De meeste gedichten schrijf ik in wat ik noem ‘de vroeg nachtelijke uren’. Maar ben ik daarmee een nachtbraker? Nee. Poëzie schrijven vergt een combinatie van losse geestesgesteldheid en uiterste concentratie. Poëzie en de roes mengen niet.’ Wat zijn bij jou de ‘vroeg nachtelijke uren’? ‘Zo tussen twaalf en twee ’s nachts.’ Waarom zijn die uren het productiefst? ‘Je raakt dan op een prettige manier los van de dagelijkse dingen. Je geest wordt vrijer, met als grote voordeel dat je makkelijker gaat associëren, nieuwe verbindingen maakt. Dieper de nacht in krijg je het nadeel dat je écht vermoeid raakt. Vandaar dat ik de limiet rond tweeën leg.’ Ben je een man van één gedicht per dag of per week? Of een ‘ware poëet’ die desnoods maanden wacht tot het opborrelt? ‘Ik stel geen quotum voor mezelf. Hoef dus nooit te forceren. Inspiratie kun je ook niet afdwingen. Maar wanneer ik heel lang geen gedicht schrijf, word ik onrustig.’ Vertel. ‘Ik zie dichten toch als een vorm van expressie. Het vertalen van mijn gedachten, fascinaties of ervaringen naar papier. Met andere woorden: als ik niks nieuws maak, begint het er onwillekeurig op te lijken dat ik, dramatisch gezegd, niet meer besta.’ En dat voelt niet prettig? ‘Nee.’ Drank? ‘Kan wel degelijk iets toevoegen. Maar ik ga er zorgvuldig mee om. Het idee dat je met innemen iets los kan maken, jezelf uit een writer’s blockkunt bevrijden, is onzin. Alleen als je eenmaal bezig bent en het loopt goed en je wilt alles uit de kast halen, kan drank stimulerend werken.’ Welke drank? ‘Whisky.’ Lekker. Hoeveel? ‘Ik hanteer een maximum van twee glazen. Ook hier geldt: een balans vinden tussen loskomen én scherp blijven.’ Hoe lang doe je normaal gesproken over een gedicht? ‘Een paar uur.’ Klinkt relaxed. ‘Ik probeer wel rustig te blijven, maar vergis je niet: soms kan ‘het materiaal’ heel weerbarstig zijn. Dan heb ik een mooie zin of een mooi beeld, en dat weigert een compleet gedicht te worden.’ Voorbeeld. ‘De zinsnede ‘nutteloos als nat kruit’ heb ik in wel vier of vijf gedichten uitgeprobeerd. Nu heeft-ie gelukkig eindelijk z’n plek gevonden.’ Tot slot. Waarom moeten mensen naar de boekwinkel rennen voor ‘Na de vlakte’? Eén zin! ‘Mijn eerste bundel Toendra was goed, Na de vlakte is beter. Bron: http://www.depers.nl/cultuur/192290/Drank-kan-stimuleren.html
|